'Kamerbrief over loopbaanoriëntatie en loopbaanbegeleiding laat kansen liggen'

DEN HAAG - Op 28 september stuurde minister Bussemaker haar brief over LOB naar de Tweede Kamer. Vanuit schooldecanenverenigingen NVS-NVL en VvSL hebben we instemmend naar de inhoud gekeken; de initiatieven van minister Bussemaker getuigen van visie. Vanuit onze gezamenlijke expertise stellen wij in deze reactie twee concrete aanscherpingen voor, die mogelijk kunnen worden meegenomen bij de behandeling van de brief in de Tweede Kamer. Dit bericht wordt ondersteund door de scholieren van het LAKS (vo) en de studentenorganisaties JOB (mbo), ISO en LSVb (hbo en wo).

Minister Bussemaker stelt in de brief dat uitval onder studenten in het eerste jaar te hoog is. Deze mening delen wij specifiek. Goede LOB is daarom van uitzonderlijk belang. Het ondersteunt scholieren en studenten met het maken van een afgewogen en onafhankelijke keuze. Helaas laat de brief vo-scholen en mbo’s nog te veel ruimte om vrijblijvend LOB-beleid voort te zetten. Wij dringen daarom ten eerste aan op concretere maatregelen:

  • Alle scholen in het vo moeten het tot hun taak rekenen leerlingen te begeleiden bij hun overstap naar het vervolgonderwijs;
  • Daartoe formuleren alle scholen LOB beleid en nemen dat op in hun schoolplan;
  • De loopbaancompetenties zoals dit jaar in het vmbo (basis en kader) zijn ingevoerd gaan ook deel uitmaken van het curriculum van het vmbo (gemengd/ theoretisch), het havo en het vwo;
  • Het loopbaandossier wordt ook verplicht voor de leerlingen in havo en vwo;
  • Scholen geven in hun schoolplan aan hoe zij de deskundigheid van de vakdocent, mentor en decaan op het gebied van LOB vergroten;
  • De onderwijsinspectie blijft de komende jaren extra aandacht besteden aan het geformuleerde LOB-beleid van de school en de merkbaarheid dan wel zichtbaarheid van dit beleid bij de leerlingen.

Ten tweede geeft de minister aan dat er verkend wordt wat de meerwaarde van een basisopleiding voor LOB-docenten is. Dit is naar ons idee niet voldoende. Docenten die het belang van LOB onderkennen, moeten dit op heldere manier kunnen overbrengen op scholieren en studenten. Coaching-skills en gesprekstechnieken zijn daarom belangrijke vaardigheden. Docenten die LOB-lessen geven dienen daarvoor ook opgeleid te worden. Daarom stellen we voor dat er snel meer bijscholingsmogelijkheden worden gerealiseerd.

Namens LAKS, JOB, ISO en LSVb:

LAKS voorzitter Sven Annen: ‘Het LAKS is blij met de goede intenties die worden uitgesproken, nu nog doorpakken naar concrete invullingen zoals het opnemen van LOB in het curriculum vanaf jaar één, zodat LOB een vaste basis krijgt binnen het onderwijs.’

JOB-voorzitter Rick de Wijk: ‘Zoals de minister aangeeft in de brief, klopt het dat LOB in het mbo onderdeel is van het kwalificatie en diplomering. De invulling wordt erg vrijgelaten en ook in de brief zien wij geen concrete plannen terug. Zo blijft LOB een vrijblijvend vak dat geen docent of student serieus zal nemen!’

ISO-voorzitter Jan Sinnige: ‘De schotten tussen voortgezet onderwijs en alle vormen van vervolgonderwijs moeten zoveel mogelijk weggenomen worden. LOB is daar een onmisbare randvoorwaarde in. Leerlingen worden studenten. Dat gaat niet vanzelf, daar is professionele begeleiding bij nodig.’

Voorzitter van de Landelijke Studentenvakbond, Jarmo Berkhout: ‘Leerlingen mogen in hun keuze voor een vervolgopleiding niet aan hun lot overgelaten worden. Wij vinden we dat er veel te veel gefocust wordt op het betrekken van het bedrijfsleven (en met name de bèta-hoek) binnen LOB. Voor een weloverwogen en vrije keuze is goede LOB cruciaal.’

Hier vindt u het persbericht in PDF

Bron: nvs-nvl

Laatste nieuws