Leraren weten niet wat ze aanmoeten met 'Onderwijs 2032'

DEN HAAG - Leraren zijn voorzichtig met het uitvoeren van het vernieuwingsplan voor het Nederlandse onderwijs, 'Onderwijs 2032'.

Volgens lerarenbond De Onderwijscoöperatie, een rapport aanbood aan staatssecretaris Dekker, vinden ze het plan te veel 'van boven' opgelegd. Leraren willen graag zelf een hoofdrol spelen bij het ontwikkelen van een nieuw lesprogramma, maar dan moeten ze daar wel meer tijd en ruimte voor krijgen.

De leraren weten nauwelijks wat voorstellen van de adviescommissie Schnabel precies inhouden. Ze blijken wel enthousiast over het meer aandacht geven aan technologische ontwikkelingen, digitale vaardigheden en burgerschapsontwikkeling. Kritisch zijn ze over het ontbreken van vakken voor kunst, bewegen, talen, geschiedenis en aardrijkskunde, en over het groeperen van het onderwijs rondom de kennisdomeinen mens & maatschappij, taal & cultuur en natuur & technologie. Daarnaast vraagt een deel van de leraren zich af voor welk probleem dit advies een oplossing is.

Achtergrond van 'Onderwijs 2032' is dat de kerndoelen in het basis- en voortgezet onderwijs inmiddels tien jaar oud zijn en gemoderniseerd moeten worden. In 2020 zou er een nieuw curriculum, liefst met doorlopende leerlijnen tussen basis- en middelbaar onderwijs , klaar moeten zijn.

Volgens de Onderwijscoöperatie is 'de politiek nu aan zet': "De Tweede Kamer moet gaan vaststellen hoe leraren binnen hun dienstverband ook nog ruimte krijgen voor voortdurende curriculumontwikkeling". Dekker ziet volgens zijn woordvoerder voldoende grond om verder te praten.

De Onderwijscoöperatie is een samenwerkingsverband van vakbonden Aob, CNV Onderwijs, de Federatie van Onderwijsvakorganisatie en VVO. Enkele weken geleden stapte de kleinste bond Beter Onderwijs Nederland (BON) uit dit samenwerkingsverband omdat de Onderwijscoöperatie teveel aan 'deleiband van het ministerie zou lopen'.

Bron: Trouw, De Onderwijscoöperatie

Laatste nieuws