Schoolleiders: doorzettingsmacht samenwerkingsverband leidt tot terugdringen thuiszitters

UTRECHT - Ruim de helft van de schoolleiders geeft aan dat hun samenwerkingsverband doorzettingsmacht heeft om te plaatsen. Maar in de andere gevallen neemt het samenwerkingsverband het zoeken naar een passende oplossing voor een kind niet over als de school geen passend onderwijs-zorgarrangement kan bieden. Dat blijkt uit een peiling van de Algemene Vereniging Schoolleiders die door vierhonderd schoolleiders is ingevuld.

70 Procent van de schoolleiders geeft aan dat de zorgplicht ingaat op het moment dat ouders op gesprek komen en hun kind (mondeling) aanmelden. “Een flinke toename in een jaar tijd”, merkt AVS-voorzitter Petra van Haren op. In  een eerdere AVS-peiling over Passend onderwijs (augustus 2015) gaf 90 procent van de respondenten aan niet zomaar over te gaan tot inschrijving. Er zijn schoolleiders die eerst een oriënterend gesprek aangaan voorafgaand aan het accepteren van de (schriftelijke) aanmelding of inschrijving.
 
Voor sommige scholen heeft de zorgplicht een flinke verandering met zich meegebracht in de manier waarop zij kijken naar het opnemen van leerlingen, een aantal scholen had al een lage drempel en vond Passend onderwijs al vanzelfsprekend.
In twee derde van de gevallen weet het samenwerkingsverband kinderen te plaatsen. Van Haren: “In een derde van de gevallen lijkt dus geen passende plek te worden gevonden, dat is schrijnend.”
 
44 Procent van de schoolleiders weet niet of er binnen het eigen samenwerkingsverband sprake is van langdurig verzuim of thuiszitters. In juni is het Thuiszitterspact ondertekend, met het doel het aantal thuiszitters terug te dringen. Tot de ondertekenaars behoorden de staatssecretarissen Martin van Rijn (VWS) en Sander Dekker (OCW), de Vereniging Nederlandse Gemeenten, de PO-Raad, de VO-raad en het ministerie van Veiligheid en Justitie. “Het Thuiszitterspact is gesloten zonder betrokkenheid van schoolleiders en leerkrachten die de sleutelpartners in de zorgplicht zijn”, constateert Van Haren. “Ook de samenwerkingsverbanden spelen hier een belangrijke rol.” 
 
Ruim de helft van de schoolleiders geeft aan dat hun samenwerkingsverband doorzettingsmacht heeft om te plaatsen. In veel andere gevallen kunnen kinderen echter tussen wal en schip vallen als een school niet vrijwillig de betrokken leerling wil opnemen of als de ouders het niet eens zijn met de geboden oplossing. 
 
Juiste plek
Op de vraag wat zorgplicht voor de schoolleider betekent, wordt divers geantwoord, maar altijd gaat het over het vinden van de juiste plek voor een kind. “Scholen weten inmiddels goed wat er van ze wordt verwacht als het gaat over het bieden van Passend onderwijs en hoe de procedures zijn om een kind naar het speciaal basisonderwijs te verwijzen”, concludeert Van Haren. Meer dan 90 procent van de schoolleiders geeft dat aan.
87 Procent van de respondenten is leidinggevende in het basisonderwijs, 10 procent in het speciaal onderwijs.
 
Bron: AVS

Laatste nieuws