Onderwijsinspectie: Taalbeleid in hoger onderwijs beter op praktijk laten aansluiten

DEN HAAG - Instellingen voor hoger onderwijs moeten aan de slag met het actualiseren van het taalbeleid zodat het beter aansluit op de praktijk. Dat constateert de inspectie in haar onderzoek naar de gedragscodes waarin het gebruik van een andere taal wordt geregeld. Dit geldt voor alle bekostigde en niet-bekostigde instellingen die een deel van het onderwijs in een andere taal (meestal Engels) aanbieden, aldus de onderwijsinspectie.

Het onderzoeksrapport geeft niet alleen een overzicht van hoe het er nu voor staat met het taalbeleid bij instellingen voor hoger onderwijs, maar biedt de instellingen tevens een aantal bouwstenen hoe dit beleid concreet vorm te geven.

De ‘verengelsing’ van het hoger onderwijs in Nederland is al geruime tijd onderwerp van discussie en debat. Onderwijsinstellingen besteedden al langer aandacht aan internationalisering bij masteropleidingen en dat zien we nu ook bij bacheloropleidingen.

Onderzoek

Tegen deze achtergrond kijkt dit onderzoek naar de gedragscodes zoals bedoeld in artikel 7.2 van de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW). Het onderzoek brengt in kaart in hoeverre instellingen die onderwijs in een andere taal dan het Nederlands aanbieden, beschikken over de vereiste gedragscode. En het kijkt in breder perspectief welk taalbeleid instellingen hanteren. Met oog op vragen uit de Tweede Kamer besteedt dit onderzoek ook aandacht aan de procedures die instellingen hanteren bij de overgang naar een andere taal.

Discussie

De discussie over het gebruik van het Engels in het hoger onderwijs gaat verschillende kanten op. Mag een instelling nu wel of niet overgaan op het Engels? Hoewel de wet dit inperkt, laat diezelfde wet ook veel ruimte voor een uitzonderingsmogelijkheid. Uitgangspunt in de WHW is dat instellingen voor hoger onderwijs het onderwijs en de examens in het Nederlands aanbieden. Ook moeten instellingen het Nederlands bevorderen.

Handvatten

Uit de inventarisatie voor dit onderzoek blijkt dat er nog veel moet gebeuren. De gedragscodes zijn nu teveel een verplichting uit de wet, zonder dat daar in de instelling een met die code samenhangend en doorleefd taalbeleid tegenover staat.

Hoewel de huidige wet geen duidelijke handvatten biedt en er een aanpassing op stapel staat, kunnen instellingen wel aan de slag met de verdere invulling van hun taalbeleid. Een duurzaam taalbeleid dat rekening houdt met het feit dat hoger onderwijs deel uitmaakt van het Nederlandse onderwijsbestel en opleidt voor deelname aan de Nederlandse arbeidsmarkt. Maar dat er tegelijkertijd ook rekening mee houdt dat Nederland onlosmakelijk is verbonden met Europa en met de wereld. Dit onderzoeksrapport geeft daarvoor ook concrete handvatten.

Vervolg

De uitkomsten van dit onderzoek zijn voor de inspectie aanleiding om het onderwerp internationalisering van hoger onderwijs nauwlettend te blijven volgen. Zo doen we in 2019 onderzoek naar de vraag hoe instellingen in de praktijk omgaan met taalbeleid, of de knelpunten worden geadresseerd en wat de wet daarin betekent.

Op dit moment werkt het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aan een wetswijziging over de taal in het hoger onderwijs. Het wetsvoorstel zal voor de zomer aan de Tweede Kamer worden aangeboden.

Bron: Onderwijsinspectie

Laatste nieuws