Kloof tussen leerlingen middelbaar onderwijs groeit

DEN HAAG - Bijna de helft van de directeuren in het middelbare onderwijs erkent nu voor het eerst dat kinderen van laagopgeleide ouders vaker onder hun niveau worden ingedeeld, aldus de directeuren in een artikel waarover het AD bericht.

Directeuren zien dat kinderen van laagopgeleide ouders regelmatig op bijvoorbeeld het vmbo belanden, terwijl ze slim genoeg zijn voor de havo. Dit zien de directeuren minder vaak bij kinderen met hoogopgeleide ouders. Aldus een peiling van het AD en DUO Onderwijsonderzoek onder ruim 2.000 leraren en schoolleiders.

Het begint met een te laag schooladvies krijgen. Vervolgens worden ze op de middelbare school niet alsnog naar een hoger onderwijsniveau geplaatst of krijgen ze geen advies om dat na het behalen van een diploma te doen.

Kansenongelijkheid
Afgelopen voorjaar concludeerde de Onderwijsinspectie al dat de kansenongelijkheid tussen leerlingen groeit. Hoewel ook schoolleiders op basisscholen (31 procent) de groeiende kansenongelijkheid zien, merken vooral middelbare schooldirecteuren (47 procent) op dat afkomst telt. ,,Docenten en directeuren zeggen minder middelen - geld maar ook extra handen in de klas - te hebben op school'', aldus onderzoeker Liesbeth van der Woud.

Leerlingen zijn de dupe van prestatiedruk op de scholen, stellen de respondenten. ,,Kinderen moeten zo snel mogelijk door het onderwijs en voor achterstandsleerlingen zijn beperkte middelen'', merkt Rosenmöller. Scholen zijn minder geneigd leerlingen hoger te plaatsen, omdat ze bang zijn dat de kinderen niet aan de verwachtingen voldoen. De VO-raad zit wel met de Onderwijsinspectie om tafel om daarin verandering te brengen.

Laatste nieuws