Rechter: Inspectie hoeft rapport over Haga Lyceum niet in te trekken

DEN HAAG - De rechtbank in Den Haag heeft vandaag bepaald dat een kritisch rapport van de onderwijsinspectie over het Amsterdamse Cornelius Haga Lyceum niet hoeft te worden ingetrokken. De rechtbank oordeelt dat er geen sprake meer is van een spoedeisend belang en wijst de vordering van de school daarom af.

De rechtbank in Den Haag besloot in juli dat het rapport wel gepubliceerd mocht worden, waarop het direct verscheen op de website van de Inspectie van het Onderwijs.

Volgens de rechtbank heeft iedereen kennis kunnen nemen van het rapport en is er dus geen sprake meer van een spoedeisend karakter, omdat er ook geen sprake is van een negatieve invloed. "Integendeel, het aantal leerlingen is dit schooljaar juist toegenomen", aldus het hof.

In het rapport wordt onder meer geconcludeerd dat het bestuur van het Hage Lyceum een risico neemt door niet actief afstand te nemen van personen die de salafistische geloofsleer aanhangen en werkzaam zijn op de school.

Overigens zijn er geen aanwijzingen dat deze leer op de islamitische school is onderwezen of dat de school ernaar streeft leerlingen "afzijdig te houden van de samenleving". Er zou wel sprake zijn van financieel wanbeheer. 

Het Haga Lyceum ging in beroep tegen de beslissing van de rechtbank, omdat de inhoud van het rapport volgens de school niet klopt. Het rapport was voor minister Slob een reden om het vertrek van het bestuur te eisen. Het Haga Lyceum stapte ook vanwege deze kwestie naar de rechter.

Laatste nieuws