Inspectie past toezicht tot de zomervakantie aan

DEN HAAG - Met groot respect ziet de Inspectie van het Onderwijs hoe onderwijsbesturen en scholen/instellingen zich inspannen om in de huidige moeilijke omstandigheden het onderwijs zo goed mogelijk in te richten en overeind te houden. De inspectie past haar toezicht op de situatie aan. Daar waar dat nodig is en ook mogelijk, lopen toezichttrajecten in de periode tot de zomervakantie door. Hierover bericht de Inspectie van het Onderwijs op haar website.

Gelet op de meest recente maatregelen van het kabinet in verband met de coronacrisis, ziet het toezicht van de Inspectie van het Onderwijs er tot de zomervakanties op hoofdlijnen als volgt uit, ongeacht of de scholen na de meivakantie wel of niet weer open gaan. 

  • Tot de zomer start de inspectie geen nieuwe vierjaarlijkse onderzoeken bij besturen en hun scholen/opleidingen en bij samenwerkingsverbanden waar bezoeken op locatie (op scholen en bij opleidingen) of rondetafelgesprekken (bij samenwerkingsverbanden) onderdeel van zijn. Mochten de scholen in mei weer opengaan, dan zullen besturen en scholen/instellingen hun tijd nodig hebben om weer goed te starten en om een inhaalslag te maken. Wel kunnen er na de meivakantie bijvoorbeeld (eventueel digitaal) startgesprekken met besturen worden gevoerd. Is er een onderzoek gepland in de periode tot de zomervakantie, dan neemt de inspectie contact op met het bestuur of het samenwerkingsverband. De inspectie zal de onderzoeken, afgezien van onderdelen die eventueel voor de zomer kunnen plaatsvinden, na de zomervakantie plannen.
     
  • De inspectie heeft onderzoeken die voor de schoolsluiting bij besturen en scholen/opleidingen in uitvoering waren ‘on hold’ gezet. Waar dat nodig en ook mogelijk is, vindt na de meivakantie voortzetting of afronding van deze onderzoeken plaats. Hierover neemt de inspectie contact op met de betreffende besturen.
     
  • Voor herstelopdrachten en herstelonderzoek geldt dat de inspectie per geval bekijkt wat er mogelijk is. Dit is maatwerk, met als uitgangspunt dat het herstel en het toezicht daarop doorgaat waar dat mogelijk is. Hierover neemt de inspectie contact op met de betreffende besturen.
     
  • De inspectie zet haar toezicht bij lopende risicodossiers voort, waar nodig aangepast aan de omstandigheden. Bij (ernstige) signalen en nieuw geconstateerde risico’s neemt de inspectie (zoals te doen gebruikelijk) contact op met het betrokken bestuur.
     
  • Onderzoeken op verzoek of een school (in primair, voortgezet of speciaal onderwijs) de waardering Goed kan krijgen gaan in principe door, wanneer de scholen weer open zijn. Dit gebeurt in overleg met het bestuur van de school.
     
  • De inspectie beraadt zich nog op de precieze consequenties van het niet doorgaan van de centrale eindtoets in het primair onderwijs en het centraal examen in het voortgezet onderwijs voor haar oordelen.
     
  • De inspectie beraadt zich ook over haar thematisch onderzoek. Mogelijk stelt de inspectie bepaalde onderzoeken uit of maakt zij nadere keuzes. Tot de zomer vindt er in het kader van themaonderzoek in elk geval geen onderzoek op locatie plaats. Wel kan het zijn dat de inspectie voor bepaalde themaonderzoeken vragenlijsten uitzet.
     
  • De inspectie gaat de komende periode informatie verzamelen over wat besturen en scholen in deze periode van schoolsluiting doen om het onderwijs zo goed mogelijk te continueren en hoe zij invulling geven aan de schoolexamens. De inspectie kijkt hierbij onder meer naar de mate waarin besturen en scholen voorbereid waren, welke ondersteuning zij hebben gekregen, naar mogelijke effecten als leerachterstanden en ongelijke doorstroomkansen en hoe deze beperkt en zo goed mogelijk gerepareerd kunnen worden. In het voorjaar van 2021 zal de inspectie hierover rapporteren in de jaarlijkse Staat van het Onderwijs.

 

Bron: Inspectie van het Onderwijs

Laatste nieuws