’Eindtoets mag nooit zwaarwegend criterium zijn voor kwaliteitsoordeel over school’

UTRECHT - De vaste Kamercommissie voor OCW heeft op 2 februari een rondetafelgesprek gehouden met vertegenwoordigers uit het onderwijsveld en specialisten over de status van eindtoetsen en de gewichtenregeling in de beoordeling van scholen. Ook AVS-voorzitter Petra van Haren was aanwezig.

De commissie hoopt hierdoor meer inzicht te krijgen in de relatie tussen eindtoetsen en de beoordeling van de Inspectie van het Onderwijs. Vragen die aan de orde kwamen waren: welke invloed heeft de eindtoets op de beoordeling van de school door de inspectie? Is het eerlijk en wenselijk dat de score van de eindtoets van groep 8 de beoordeling van de onderwijsinspectie van de kwaliteit van een school bepaalt? Wat gaat goed en wat kan veranderen? Welke alternatieven zijn er?
AVS-voorzitter Petra van Haren richtte zich op de vraag hoe schooldirecteuren willen dat de status van de eindtoets in de wet- en regelgeving verankerd wordt. Dat is:

  • Uitsluitend voor het leer- en ontwikkelingsproces van leerlingen. Wat niet wegneemt dat eindopbrengsten een rol kunnen spelen bij de inzet van Big data.
  • Informatief voor de onderwijsprofessionals in het voortgezet onderwijs (onderdeel van overdrachtsdossier).
  • Als second opinion bij het schooladvies met het oog op kansengelijkheid.
  • In te zetten voor alle leerlingen waarvan de school vindt dat zij het toetsen aankunnen.
  • Nooit (!) een zwaarwegend - laat staan doorslaggevend - criterium voor het kwaliteitsoordeel over de school.

Van Haren: “Het is hierbij van groot belang dat elke school inzicht heeft in de leerlingpopulatie, om van daaruit de behoeften in kaart te brengen die nodig zijn voor maximaal leren en ontwikkelen. Toetsen, ook formatief, is daar ondersteunend aan.”

Bron: AVS

Foto: AVS-voorzitter Petra van Haren en andere vertegenwoordigers uit het onderwijsveld bij de aanvang van het rondetafelgesprek.

Laatste nieuws