Het RIVM probeert bij besmettingen te volgen wie het coronavirus eerst heeft opgelopen en aan wie het virus vervolgens is overgedragen. Kinderen van 0 tot 12 jaar besmetten nauwelijks anderen. Ze dragen het virus vooral over aan hun leeftijdsgenoten en aan 30- tot 50-jarigen, hun ouders dus. Maar het komt binnen het gezin veel vaker voor dat ouders hun kinderen besmetten.
De groep van 12 tot 18 jaar speelt een veel grotere rol bij de verspreiding. Net als volwassenen besmetten ze veel vaker anderen. Bij de Britse variant zijn de aantallen iets groter, maar zijn de verhoudingen ongeveer hetzelfde.
De meeste besmettingen vinden nog altijd thuis plaats. Het virus wordt het vaakst geïntroduceerd in een huishouden doordat mensen bij elkaar op bezoek gaan. Ook besmettingen via het werk of via verpleeghuizen komen veel vaker voor dan via scholen en kinderdagverblijven.
Bron: ANP
Praat mee
Heeft u al een account? Dan kunt u
Inloggen
Heeft u nog geen account? Maak dan een account aan