Baankansen voor hoogopgeleiden gegroeid, laagopgeleiden blijven achter

DEN HAAG - De baankansen van jongeren zijn na de lockdown van begin dit jaar hersteld tot boven het niveau van voor de coronapandemie. Wel is het verschil groter geworden tussen de kansen voor hogeropgeleide en lageropgeleide jongeren. Dit melden onderzoeksbureaus Verwey-Jonker Instituut en SEO Economisch Onderzoek vandaag.

De onderzoeksbureaus hebben in juni met behulp van data van het CBS de baankansen van honderdduizenden jongeren van 16 tot 30 jaar vergeleken met eerdere perioden. De gemiddelde kans op een baan voor de jongeren die negen maanden daarvoor waren afgestudeerd, lag toen op 67%. Dat is iets hoger dan in de jaren ervoor.

Wie afstudeert aan de universiteit of op het hbo had al relatief goede kansen op een baan, en die kansen zijn alleen maar toegenomen. De relatief lage baankansen voor bijvoorbeeld mbo'ers met een beroepsopleiding zijn juist afgenomen.

Na de eerste coronagolf vorig jaar bleek al dat met name mbo'ers en andere lageropgeleiden de dupe waren geworden van de coronacrisis. De baankansen van jongeren met een hbo- of wo-masterdiploma waren in die periode nauwelijks gedaald.

Nadat de lockdown van afgelopen winter voorbij was, stegen de baankansen voor hogeropgeleiden weer en kwamen zelfs uit boven het niveau van vóór de coronacrisis. Voor jongeren met een diploma op mbo-niveau 3 en 4 kwamen de kansen weer terug op hetzelfde niveau als voorheen, terwijl de kansen voor mbo'ers die voor een beroepsopleidende leerweg (niveau 2) onder het pre-crisisniveau bleven.

"Helaas zien we dat die arbeidsmarkt voor lager opgeleide jongeren weliswaar terugveert, maar beduidend minder hard dan voor jongeren met een hbo- of wo-opleiding", aldus Bas van Weel, directeur van SEO Economisch Onderzoek. "Dit kan komen doordat wo'ers en hbo'ers in hun werk makkelijker kunnen thuiswerken en minder vaak werkzaam zijn in sectoren die volledig op slot zijn gegaan."

 

Laatste nieuws