'Op het salaris van leraren mogen ze nooit meer bezuinigen'

NIJMEGEN - Onderwijsminister Wiersma besloot onlangs, ter bestrijding van het lerarentekort, de salarissen in het basisonderwijs met 10% te verhogen. Dat kan effectief zijn. In de jaren 50 had Nederland, net als nu, een groot lerarentekort. Toen probeerde de overheid ook om het beroep van leraar aantrekkelijker te maken door een hoger salaris te bieden. Hoger opgeleiden kozen toen regelmatig voor een baan in het onderwijs. Totdat in de jaren tachtig de salarissen werden teruggebracht. De regering vond ze te royaal. Dat meldt het Historisch Nieuwsblad.

Volgens de publieke opinie in de jaren tachtig hadden leraren het maar makkelijk. Ze hoefden maar een paar uur per dag les te geven, waren vroeg thuis, hadden veel vakantie en een hoog salaris. Toenmalig minister van Onderwijs Wim Deetman kwam toen met de Herziening Onderwijs Salarisstructuur. Deetman wilde dat de leraren salaris gingen inleveren. Dat zorgde in 1985 tot heftige onderhandelingen met de bonden. 

De uitkomst was dat de bestaande docenten werden gespaard, maar dat diegenen die later aan een baan in het onderwijs begonnen minder gingen verdienen. De bonden gingen akkoord vanwege de hoge werkloosheid. De verwachting was namelijk dat nog maar één op de drie studenten van een lerarenopleiding een baan kon vinden. 

Vanaf de jaren negentig zijn de salarissen iets gestegen, maar nooit meer tot aan het niveau van de jaren zeventig. Andere concurrerende beroepen voor hogeropgeleiden gingen beter betalen en er was geld gereserveerd voor een eventuele salarisverhoging, maar dat kwam er nooit van.

Tot hoeveel extra leraren de huidige salarisverhogingen zullen leiden is lastig te zeggen. De salarisverhogingen kunnen extra jongeren trekken en zittende docenten langer vasthouden, maar er zal ook iets gedaan moeten worden aan de begeleiding en het huidige takenpakket van docenten. 

Laatste nieuws