De leerlingen uit de kansklas komen uit alle delen van de wereld. Zo komen er kinderen uit Koerdistan en Armenië. Sommige kinderen wonen sinds een jaar in Nederland, andere kinderen zijn hier geboren. De meeste kinderen kunnen zich prima redden in het Nederlands, maar ze kunnen de ondersteuning ook goed gebruiken.
“Door de kinderen de aandacht te geven die ze verdienen en ze zelfvertrouwen te geven, bloeien ze heel erg op en komt hun niveau beter naar voren”, aldus Theo Klein Koerkamp, directeur van het Taalcentrum.
Volgens docent Debbie de Haas heeft elke groep leerlingen zo haar eigen worsteling met de Nederlandse taal. “Vaak zijn de klanken lastig en is het voor leerlingen moeilijk onderscheid maken tussen bijvoorbeeld de ‘ui’- en de ‘eu’-klank”, aldus de Haas. “En nu hebben we een groep waarbij we wat meer aandacht geven aan het tempo, want ze zijn nog wat langzaam.”
Praat mee
Heeft u al een account? Dan kunt u
Inloggen
Heeft u nog geen account? Maak dan een account aan