De reden om in beroep te gaan, is dat de twee uitspraken lijnrecht tegenover elkaar staan. De rechtbank Midden-Nederland bepaalde vorige maand dat UHT langer de tijd krijgt om beroepen van ouders af te handelen. De rechtbank Rotterdam oordeelde juist dat de huidige termijn van twaalf weken na indiening van het beroep gehandhaafd blijft.
UHT ziet zich daarom "helaas genoodzaakt" om tegen beide uitspraken in beroep te gaan. De Vries benadrukt dat het haar "sterke wens" is om zo min mogelijk tegenover ouders te staan in de rechtszaal. Maar de ontstane situatie waarin voor gedupeerden in verschillende regio's verschillende beslistermijnen gelden, noemt zij "onwenselijk voor ouders".
Bron: ANP
Praat mee
Heeft u al een account? Dan kunt u
Inloggen
Heeft u nog geen account? Maak dan een account aan