De PO-Raad heeft zowel praktische als principiële bezwaren tegen de plannen van de minister. Die wil verder onder meer verplicht stellen dat minimaal 80 procent van het onderwijspersoneel een vast dienstverband heeft. Daarmee zit hij volgens de PO-Raad in het vaarwater van de sociale partners, die samen cao-afspraken maken: "In Nederland zit de minister van onderwijs niet als onderhandelaar aan tafel bij de onderhandelingen over een nieuwe cao", aldus Weima in een verklaring.
Ook de VO-Raad toonde zich geërgerd door de wetsvoorstellen, die volgens de organisatie niks oplossen. De minister kreeg wel een positieve reactie van de Algemene Onderwijsbond (AOb).
In de praktijk is een groot deel van de leerkrachten op basisscholen en middelbare scholen ook nu al in vaste dienst. Daarover staan ook principe-afspraken in de cao's. "In dit wetsvoorstel worden problemen getackeld die in het primair onderwijs niet bestaan", reageert de PO-Raad. "Onze sector is vaste-contractenkampioen: 85 procent van de collega’s heeft een dienstverband voor onbepaalde tijd."
Verder waarschuwt de PO-Raad voor de uitwerking van een andere bepaling, die voorschrijft dat scholen maximaal 5% van hun budget mogen besteden aan personeel dat niet in loondienst is: uitzendkrachten of zzp'ers. Scholen gaan niet zomaar in zee met bedrijven die leraren "voor veel meer geld" voor de klas zetten, aldus Weima. "Maar als het alternatief is dat je leerlingen naar huis moet sturen, dan vindt de onderwijsinspectie daar vroeg of laat ook iets van."
Bron: ANP
Praat mee
Heeft u al een account? Dan kunt u
Inloggen
Heeft u nog geen account? Maak dan een account aan