PO-raad: eenmalige subsidies lossen problemen primair onderwijs niet op

UTRECHT - Het primair onderwijs heeft volgens de PO-Raad meer structurele subsidiering nodig. De PO-Raad stelt dat de Miljoenennota geen perspectief biedt op het structureel maken van subsidies voor het primair onderwijs. En dat is volgens de PO-Raad wel nodig.

Het komende jaar krijgt de subsidiepot voor het primair onderwijs een verhoging van 433 miljoen euro naar meer dan 700 miljoen euro. Dat is een zorgelijke ontwikkeling, vindt de PO-Raad. Het zorgt ervoor dat er steeds meer incidentele subsidies worden vrijgegeven. Dat terwijl de sector structurele subsidies nodig heeft.

Freddy Weima, voorzitter van de PO-Raad, stelt dat zij met tijdelijke subsidies alleen maar tijdelijk werk kunnen bieden. “Bovendien brengt deze subsidieconfetti een veelvoud aan regels en bestedingsvoorschriften met zich mee.” Hij vindt het belangrijk dat het volgende kabinet wél voor structurele subsidiering kiest.

Het is bekend dat de structurele financiering voor het primair en voortgezet onderwijs achteruit gaat. Met circa 60 miljoen euro. De incidentele subsidiering wordt wel verhoogd, maar dit bedrag moet worden uitgesmeerd over de periode van 2024 tot 2028. De PO-Raad denkt dat dit voornamelijk naar het bekostigen van de koopkrachtmaatregelen gaat.

Ook blijkt uit de begroting dat de Regeling bijzondere bekostiging Professionalisering en Begeleiding Starter en Schoolleiders (PBSS) ook in 2024 wordt voortgezet. De PO-Raad hoopt met de lopende gesprekken met het OCW dat de regeling per 2025 wordt gewijzigd. Zo heeft de minister aangegeven dat hij een deel van deze middelen wil toekennen aan de onderwijsregio’s.

Laatste nieuws