De eindtoets die leerlingen van groep 8 in het basisonderwijs afleggen, kan gezien worden als een wedstrijdmodel, aldus Heij. De winnaars? Kinderen wier ouders hoogopgeleid zijn en Nederlands als eerste taal hebben en hanteren. Met de eindtoets, die nu de doorstroomtoets heet, wordt slechts een klein deel rekenen en taal getoetst. Hierdoor zouden bepaalde groepen leerlingen al jarenlang niet in aanmerking komen voor een havo-, vwo- of gymnasium-advies.
Doordat de doorstroomtoets gebaseerd is op relatieve meetinstrumenten, kan de toets ook niet gebruikt worden om te beoordelen hoe het onderwijs presteert in Nederland. Een mogelijke oplossing is het gebruik van referentieniveaus, zoals op het voortgezet onderwijs en het mbo ook al gehanteerd wordt. Daar heb je verschillende niveaus zoals 1F, 2F en 3F. Deze zouden beter inzicht moeten geven in de kwaliteiten van leerlingen. Zo kan het prima zijn dat een leerling op 1F-niveau presteert met rekenen en op 3F-niveau met taal. De resultaten van een toetsing met de referentieniveaus geven daardoor dus beter inzicht in de kwaliteit van het onderwijs op een basisschool.
Praat mee
Heeft u al een account? Dan kunt u
Inloggen
Heeft u nog geen account? Maak dan een account aan