Mentoren, stagebegeleiders of andere onderwijsprofessionals kunnen niet altijd even goed herkennen of iets discriminatie is en vinden het ook vaak lastig om empathisch daarmee om te gaan. Stagebegeleiders leggen de schuld van de discriminatie dan ook vaak bij de studenten zelf dan er iets mee te doen. Uit het onderzoek komt ook naar voren dat de begeleiders niet goed weten wat ze moeten doen met een melding.
Doordat studenten slechte ervaringen hebben bij de afhandeling van hun melding wordt er soms gedacht dat het geen zin heeft om te laten weten dat ze discriminatie tijdens de stage ervaren. Daardoor ligt het aantal werkelijke ervaringen van stagediscriminatie mogelijk hoger. Studenten trekken nu pas aan de bel wanneer ze zich echt wanhopig voelen of als ze zich echt angstig voelen tijdens hun stage. Volgens het Verwey-Jonker Instituut hadden sommige studenten zelfs overwogen om te stoppen met hun stage of met de hele studie.
Het Instituut pleit er dan ook voor dat elke klachtenbehandelaar getraind wordt om zijn of haar taken zo goed mogelijk te kunnen uitvoeren. Op die manier leren ze beter in te grijpen als een student melding maakt van discriminatie tijdens de stage. Eerder dit jaar publiceerden ze al een aantal handvatten om stagediscriminatie nog beter aan te pakken.
Praat mee
Heeft u al een account? Dan kunt u
Inloggen
Heeft u nog geen account? Maak dan een account aan