Op basis van het onderzoek concludeert de Inspectie dat het beleid op scholen, als dit er al is, veelal nog in de kinderschoenen staat. De Inspectie roept besturen en opleidingen op om werk te blijven maken van het beleid en de aanpak van stagediscriminatie. Deze oproep onderschrijft minister Dijkgraaf in de Kamerbrief. De Inspectie van het Onderwijs geeft hiervoor drie aanbevelingen aan de mbo-scholen op basis van hun onderzoek:
1. Maak stagediscriminatie herkenbaar
Het is belangrijk om stagediscriminatie expliciet te benoemen als onderdeel van beleid en het niet te bedekken met andere termen. Er ontstaat dan ruimte voor het gesprek.
2. Stel een duidelijke sociale norm tegen stagediscriminatie
De Inspectie van het Onderwijs adviseert mbo-instellingen expliciet te zijn in de communicatie met iedereen over stagediscriminatie. Ook met het leerbedrijf over wat er onder een positief pedagogisch leerklimaat wordt verstaan en wat je van elkaar mag verwachten, mocht stagediscriminatie zich voordoen.
3. Schep met elkaar een cultuur van veiligheid
De Inspectie adviseert besturen om te zorgen voor een veilige basis zodat studenten zich veilig voelen om stagediscriminatie te melden en hierover in gesprek te gaan. Zorg daarbij ook voor professionalisering en voldoende handvatten voor alle docenten om met stagediscriminatie om te gaan, zodat handelingsverlegenheid afneemt.
De aanbevelingen omschrijven de urgentie van de afspraken uit het Stagepact MBO 2023-2027. Om scholen te ondersteunen in het ontwikkelen van hun aanpak stagediscriminatie conform de afspraken uit het Stagepact MBO is de Toolbox en Checklist stagediscriminatie ontwikkeld.
Praat mee
Heeft u al een account? Dan kunt u
Inloggen
Heeft u nog geen account? Maak dan een account aan