Steeds meer leraren in het voortgezet onderwijs hebben een tijdelijke aanstelling

In het voortgezet onderwijs is het aantal leraren met een vaste aanstelling opnieuw gedaald. Een kwart van de 77.000 leraren heeft een tijdelijk contract terwijl het ministerie van Onderwijs wil dat docenten sneller een vast contract krijgen. Dat meldt de NOS.

DUO kwam met deze cijfers. Het Onderwijsblad van de AOb schrijft dat het aantal docenten bijna gelijk is gebleven. Maar het aantal leraren met een vaste aanstelling daalde in een jaar tijd met bijna 900. Leraren kregen juist vaker een tijdelijke aanstelling. Dit aantal nam toe met meer dan duizend.

Binnen het mbo is ook het aantal leraren met een tijdelijke aanstelling toegenomen. Terwijl er in het primair onderwijs nu juist sprake is van een kleine daling in het aantal tijdelijke contracten.

Het komt voor een groot gedeelte door de vergrijzing dat leraren een tijdelijke aanstelling hebben. Het Onderwijsblad schrijft hierover dat gepensioneerden vooral worden opgevolgd door jongeren en die starten vaak met een tijdelijke aanstelling. 

Leraren en andere medewerkers moeten na maximaal een jaar in dienst te zijn een vast contract krijgen. In Den Haag wordt al enige tijd gewerkt aan dit wetsvoorstel. In het voortgezet onderwijs moet dan 80 procent van het personeel een vaste aanstelling krijgen.

Laatste nieuws